TeqNow

Nieuwe technologie bereikbaarder voor lager opgeleiden

Nieuwe technologie bereikbaarder voor lager opgeleiden

  • 27 december 2015

Met de uitspraken van minister Asscher over robotisering in vorig jaar september is de Tweede Kamer het debat gestart over de invloed van technologie op de arbeidsmarkt. Specifiek richt deze discussie zich op de robotisering, waarop het Rathenau Instituut onlangs het rapport ‘Werken aan de robotsamenleving’ publiceerde. Hierin worden de twee tegengestelde visies op dit vraagstuk uitgelegd en uitgediept. ‘In de ene visie leidt innovatie tot economische groei, banengroei en een acceptabele verdeling van de welvaart. De andere visie houdt in dat verhoging van de arbeidsproductiviteit door innovatie (door arbeidsbesparende technologie) juist leidt tot minder werk, tot een lagere koopkracht en consumptie, en tot krimpende winsten en markten en een krimpende welvaart.’ Helaas durft het rapport geen antwoord te geven op de vraag welke visie het meest waarschijnlijk is. ‘De relatie tussen technologische ontwikkeling en werkgelegenheid is zeer complex. Wetenschappelijk onderzoek kan nu eenmaal niet de toekomst voorspellen.’

Evident is dat de verdeling van het personeel alsook de competenties van het personeel binnen de bedrijven gaan veranderen, met een zwaartepuntverschuiving naar het werken met de robots. Het onlangs verschenen rapport van onderzoeksgroep BCG getiteld ‘Man and machine in Industry 4.0’ specificeert en onderbouwt dit zeer helder met getallen vanuit een onderzoek binnen de Duitse industrie. Tegelijk komt er meer ruimte voor het vakmanschap. Een gespecialiseerde montagewerker die nu typisch slechts voor dertig procent van zijn tijd bezig is met zijn vak, kan worden ondersteund in de toe- en afvoer van materialen en krijgt zo meer ruimte om weer vakman te zijn.

Beide rapporten sluiten af met een serie adviezen voor de overheid en de industrie. In de basis is het advies om vroegtijdig te investeren in fysieke infrastructuur en te bouwen aan een adequate kennisinfrastructuur. Investeringen in scholing worden specifiek genoemd om ervoor te zorgen dat mensen de juiste vaardigheden hebben voor het werk van de toekomst. Ook in het Rondetafelgesprek van 7 september in de Tweede Kamer waaraan ik mocht deelnemen, waren de vragen veelal gericht op onderwijszaken.

Een zeer belangrijk aspect blijft totaal onderbelicht tot op heden: het bereikbaarder maken van de nieuwe technologie voor lager opgeleiden. Waar het programmeren van een robot nu veelal nog het werk van hoogopgeleide specialisten is, zal dit in de nabije toekomst veel meer moeten worden als het bedienen van je smartphone, die je ook zonder speciale training goed kunt hanteren. Waar iedereen met een beetje training prima een auto boordevol zeer geavanceerde technologie kan besturen, zo moet het toch ook mogelijk zijn om eenvoudig een robot te bedienen?

Dat dit mogelijk is, daar twijfel ik geen moment aan. Waarom hier nog zo weinig vooruitgang op te zien is in de markt, is me wel een raadsel. Is de gevestigde orde in roboticaland soms bang minder dure engineeringuren te kunnen verkopen in de integratie van robots? Toegegeven, het vergt op veel punten revolutionaire veranderingen in de it om het gebruiksgemak van robots te vergroten. Bij deze veranderingen spelen mijns inziens vooral start-ups een essentiële rol, aangezien de gevestigde orde hier typisch niet op is ingericht.

 Daarnaast pleit ik ervoor dat het onderzoek, behalve op verdere uitbreiding van autonomie en perceptievermogen van de robots, ook meer aandacht gaat richten op het toegankelijker maken van de technologie. Ook hierin zijn grote stappen nodig, waar hoogwaardig onderzoek voor nodig is. Aandacht voor onderwijs blijft essentieel, zeker in de voorbereiding van de nieuwe generatie arbeidskrachten, maar juist ook in de technologie kunnen en dienen belangrijke stappen te worden gezet. Beleid moet ook hieraan aandacht gaan besteden.

Heico Sandee, directeur Smart Robotics
 

Please login or register to post comments.

soap2day